 | bomen vol diamanten, of sterren, of zonnen de blauwe luchten zijn weer begonnen een rode beuk uitgelaten uitgedost heeft in een windvlaag wat paarls gelost in de treurwilg hoog bovenin houdt een uil zich in de zon niet al te best schuil verschikt hier wat veren, krabt zich de kop maar let ondertussen verduiveld goed op koekoeken roepen elkaar toe 'tisgoe' duiven tortelen roekoeroe op het grind knarst een allenige monnik ik luister en kijk, denk 'watdonnik?' ik luister en kijk, en voel me zo rijk. |