schijngestalten van huidhet landschap dwaalt over haar gelaat langzaam maar onhoudbaar en onweerstaanbaar op zo'n vreemde manier.
soms houdt het zich verborgen, een tijdje alsof het haar verlaten heeft, dan weer barst het in hevigheid door de poren als een leven ochtendgloren, en soms soms raast het over haar trekken, golvend als smeltende boterklodders in een pan als ik maar traag genoeg kijk.
|