ebony ellen vroeg of ik weleens van die rugpijn had,
zo beneden in de onderrug, daar vlak boven m'n gat,
zij wilde dat dolgraag en gratis behandelen,
door simpelweg mij blootsvoets te bewandelen ...
daarna ging ze naast me zitten, plots helemaal bloot,
terwijl ze me meer van haar diensten aanbood,
met simpele knepen en fors stevige grepen
werden boeiende meridianen plots gloeiende banen,
ze ontmelkzuurde veel spieren die ik even was vergeten,
met wellustige vingers door kieren, reven en spleten
tussen weefsel en botten, pezen en gewrichten ...
o, m'n haar werd klitten en frotten, ik trok vreselijke gezichten,
tot ik kreunend en fezelend nog slechts scheel kon kijken
en zwaar leunend en bazelend niet veel verder kon reiken
dan krachteloos klauwend naar naast m'n bed de telefoon,
met machteloos (maar nauwelijks verbaasd) belet zonder kiestoon
terwijl ik daar als een aap lag te gapen,
verschenen (een raadsel) overal knapen,
om ongegeneerd de kluis leeg te rapen,
de damastbeklede muren waren snel schilderijenloos kaal,
uit kasten gingen boekenrijen in meer dan een doos aan de haal ...
vóór ik mij weer bewegen kon, ik lag ineens in bad,
was er een dag of negen om, maar de kraan liep, dus drinken was er zat,
het bad was echter koud, en tamelijk vervuild, door mijzelf,
ik voelde me rimpelig oud, en heb vloekend gehuild, 'n keer of elf ...
als iemand mij weer naar rugpijn vraagt (ik word vaker geplaagd),
voel ik mij persoonlijk belaagd (zo iemand eindigt ontkraagd) ...
ebony ellen heeft, helaas, me nooit meer gestoord,
haar aandacht bleek vooral dus materie-bekoord ...
wat ik bovenmatig mis zijn haar voeten en handen,
en totaal niet de schildersdoeken aan de wanden ...